Honden

honden4b

           Weetjes en niet-weetjes

Wij zijn geen dierenartsen en raden U dan ook aan, dat u bij de minste twijfel steeds uw dierenarts best zou raadplegen. Het is beter om een keer te veel dan een keer te weinig met uw viervoeter naar de dierenarts te gaan. Hij/zij zal u zeker de nodige raad, tips en verzorging kunnen bieden.

Wist u …
dat het heel normaal is wanneer honden af en toe gras eten? Het helpt ze bij hun spijsvertering.
dat de zogenoemde angstbijter maar zelden een hond is van een groot ras?
dat de voorpoten van een hond groter zijn dan de achterpoten omdat ze bij het lopen 60% van het gewicht dragen?
dat tussen de 6 en 16 weken het leervermogen van een pup het grootst is? Wat hij dan leert, vergeet hij nooit meer.
dat de puberteit bij honden maar vier tot zes weken duurt en ongeveer tijdens de achtste levensmaand van de hond optreedt?
dat een loopse teef in de omgeving uw hond zo kan opwinden dat hij door ‘liefdesverdriet’ zijn eetlust verliest?
dat reuen pas hun poten optillen bij het plassen wanneer ze volwassen zijn? Daarvoor plassen ze net als teven.
dat waakhonden die een zaak bewaken, evenals werkhonden gelden als aftrekpost voor de belasting?
dat paarden meer van honden met staande oren houden dan van honden met slappe oren, omdat die vriendelijkheid betekenen?
dat goede jachthonden nog na meer dan 40 uur kunnen ruiken waar een ree gelopen heeft?
dat het heel goed is voor een hond om soms een dagje te vasten? In de natuur gebeurt dat ook regelmatig.
dat hondenopvoeding alleen werkt wanneer u voortdurend oor- en oogcontact met het dier hebt?
dat honden met een langharige staart bijzonder goede zwemmers zijn, omdat ze met die staart kunnen sturen?
dat koeien zich meestal verdedigen en honden wegjagen wanneer die in hun weide rondlopen of spelen?
dat hondenvoer in Zuideuropese landen vaak knoflook bevat? De kans is groot dat uw hond daar zijn neus voor optrekt.
dat paarden tamelijk bange wezens zijn, die door het geblaf van een kleine hond al in paniek kunnen raken?
dat alle honden met korte, kromme pootjes gevoelig zijn voor de zogenaamde teckelverlamming (hernia nuclei pulposi)
dat de Samojeed uit Noord-Rusland komt en naar een daar levende volksstam genoemd is?
dat je bij pups aan de grootte en dikte van de poten kunt zien hoe groot ze zullen worden?
dat de rassen die bij de kleine honden worden gerekend, de zogenaamde schoothondjes, vaak waakser zijn dan vele grote?
dat honden die bij het tuinhek verbitterde vijanden zijn, elkaar op straat, dus op neutraal terrein, heel vriendelijk begroeten?
dat de meeste problemen met honden worden veroorzaakt doordat mensen hen te veel menselijke eigenschappen toelichten?
De ideale leeftijd om een pup in huis te halen is wanneer het dier drie maanden oud is.

Al na 20 tot 30 minuten spelen zijn pups moe en slaperig. Wordt deze rust hen niet gegund, dan kan dat tot ontwikkelingsstoornissen leiden zoals een overbelast zenuwstelsel, waar zelfs agressie uit voort kan komen. Omdat tijdens het slapen de ademhaling, hartslag en het zuurstofgebruik afnemen, zorgt de hond voor een gelijkmatige lichaamstemperatuur door zijn lichaamsoppervlakte te verkleinen door in elkaar te rollen.
Slechts 10 tot 15% van de totale tijd dat hij slaapt, is een hond in diepe slaap. Gedurende deze fase droomt hij ook.

Een keer in de vier dagen een rauw eierdooier zorgt voor een gezonde vacht, maar borstelen blijft nodig !

De hondenpoot bestaat uit een duimteen, een teenbal, twee zoolballen en drie voetwortelballen. Onder de haarloze dikke huid bevinden zich elastische vezels met vetcellen die als stootkussentjes dienen. Klieren produceren geurstoffen die met iedere stap aan de grond afgegeven worden, waar ze hun boodschap later weer doorgeven aan andere honden.

Fietstochten zijn alleen geschikt voor honden met een goede conditie. Ook zult u weinig plezier beleven aan een tocht met een hond die bij iedere hoek blijft staan om even te snuffelen. Vaak wordt overschat hoeveel uithoudingsvermogen een hond nodig heeft om met een fietser mee te lopen. Fiets niet te lang wanneer het warm is en laat uw hond zo mogelijk op gras of een berm naast het fietspad lopen, geef hem veel te drinken en neem regelmatig pauze.
Een kleine hond kunt u meenemen in een fietsmand. Gebruik een tuigje voor hem zodat hij er niet uit kan vallen.

Een beproeving is voor een hond een verband om zijn poten. Moet het dier rust houden, bijvoorbeeld na een gewrichtsoperatie, dan kunt u het beste de hondenmand in een hoge doos doen, waar hij niet uit kan.
Het verband mag niet nat worden. Bij regen kunt u een jasje uit een vuilniszak knippen en over het verband doen.

Bekaf zijn pups beneden de zes maanden gemiddeld elke twee uur. Ze hebben dan tijd nodig om al het nieuwe dat ze beleefd hebben te verwerken. Soms vallen ze middenin hun spel plotseling om en zijn dan een hele tijd zelfs niet wakker te krijgen met de geur van eten. Even plotseling als de vermoeidheid begint, is ze ook weer voorbij. Uit een diepe slaap kan een jonge hond opspringen en doorgaan met het spel waar hij mee bezig was, alsof er niets is gebeurd.
Alle jonge honden ‘moeten nodig’ als ze wakker worden. Als u razendsnel reageert, heeft u ze snel zindelijk

Oude honden hebben speciale voeding nodig. Omdat ze rustiger zijn, moet die energiearm zijn. Om nierziektes te voorkomen, wordt een laag eiwit, kalium en fosforgehalte aangeraden. Daarvoor kan bijvoorbeeld het voer dat gebruikt wordt voor een vermageringsdieet dienst doen. Het beste kunt u de voeding over drie maaltijden per dag verdelen en kort opwarmen. Dat spaart de maag en ruikt sterker, zodat ook zwak geworden hondenneuzen het eten kunnen ruiken.
Speciaal dieetvoer, zoals voor een vermageringsdieet, kunt u het beste bij de dierenarts kopen.

Bij het wandelen in de sneeuw verbruiken kleine honden veel meer kracht dan grote. Ondanks hun geringe gewicht zinken ze in losse sneeuw tot hun buik weg, waardoor elke stap een calorieën verslindende sprong wordt. Het hart wordt hierbij bovenmatig belast. Hou wandelingen door diepe sneeuw daarom kort.
Drie of vier korte wandelingen door de sneeuw zijn voor een hond gezonder dan ?n lange.

Honden houden niet op met eten wanneer ze genoeg hebben, maar zetten overtollige voeding in vet om, voor moeilijke tijden.

Ga niet direct na het eten met de hond naar buiten. Geef hem (vooral grote honden) pas eten na afloop van de wandeling.

Oogverzorging: Van honden met lange haren of hangende oogleden moeten de ogen dagelijks verzorgd worden. Maak een zachte, niet pluizende katoenen doek of een papieren tissue vochtig met lauwwarm water en maak daarmee iedere ochtend de ooghoeken schoon. Zo herkent u ook eventuele oogziekten eerder. Als uw hond regelmatig ontstoken ogen heeft, kunt u ze dagelijks met kamillethee schoonmaken.

Nagels knippen: Honden die niet graag op asfalt lopen, hebben vaak te weinig slijtage aan hun nagels. Die moeten dan geknipt worden. De eerste keer vraagt u uw dierenarts om u te laten zien hoe ver u mag knippen. Daarna kunt u het zelf doen, zodra uw hond moeite krijgt met lopen. Belangrijk is dat u de nagels recht afknipt, dus in een haakse hoek. Vraag iemand anders om de hond vast te houden. Degene die knipt moet altijd de poten vasthouden.

Oren: Het beste kunt u honden op een speelse manier aan de schoonmaakprocedure wennen als ze nog een pup zijn. Trek het oor recht, druppel wat oorreiniging oplossing naar binnen en krabbel aan de basis van het oor om het vuil op te lossen. Het beste is om beide oren tegelijk te behandelen, dat is prettiger voor de hond. Steek vervolgens een dot watten in elk oor en masseer de reinigingsoplossing in de watten. Gebruik nooit wattenstaafjes, want daarmee schuift u het oorvuil naar het trommelvlies in plaats van dat u het verwijdert.

Voedselallergie: Veel honden reageren met huidziekten of diarree op bepaalde soorten voeding. Alleen een heel streng dieet van rijst, kwark en wortelen helpt dan. Reageert de hond hier goed op, dan kan de kwark vervangen worden door een ander soort vlees dan u eerst gebruikte, bijvoorbeeld kip of schapenvlees. Wanneer uw hond op een nieuw soort voeding reageert met diarree, dan kan je dat beter niet meer verder proberen.

Tandverzorging: Veel honden hebben aanleg om tandsteen te krijgen, die tot tandvleesontsteking en het verlies van tanden kan leiden. Daarom zou het eigenlijk goed zijn om na iedere maaltijd de tanden van de hond te poetsen. Daarvoor kunt u een speciale hondentandenborstel en -tandpasta gebruiken. Doe de lippen een stukje naar boven en borstel de tanden en kiezen aan de binnen- en buitenkant en op de kauwvlakken. Begin hier al heel vroeg mee, zo went uw hond snel aan de poetsbeurt.

Wanneer honden stinken: De huid van honden die graag in het water gaan of vaak baden, wordt ontvet. Als gevolg daarvan produceren de talgklieren meer afscheiding en dat ruikt dan tamelijk vies. Meestal hebben honden niet echt een bad nodig. Vaak is een poedelbeurt met een washandje en een ruige handdoek voldoende.

Een hopeloze zaak: wordt het zindelijk worden van een hond, wanneer hij als pup hierover steeds op zijn donder krijgt. Jammer genoeg gebeurt dat al gauw, omdat de eerste hoopjes van een hond nu eenmaal meestal in huis terecht komen. In het begin is straffen verkeerd. Regelmatig naar buiten gaan vermindert het aantal ongelukjes in huis. Beloon de hond overdadig met woorden en lekkere hapjes wanneer hij zijn behoefte buiten doet. Leer de pup vanaf het begin meteen WAAR hij zijn behoefte mag doen en WAAR NIET.

Reisziekte: De 24 uren voor je op reis gaat, mag de hond niet eten, maar water drinken mag hij natuurlijk zoveel hij wil. Kan uw hond slecht tegen autorijden of andere vervoermiddelen, dan kan je hem een uurtje voor de reis een kalmeringstabletje (!dierenarts!) geven. Het is belangrijk dat de hond zo zit dat hij niet uit het raam kan kijken. Probeer het eens met een homeopathisch geneesmiddel. Vragen, suggesties enne … complimentjes zijn steeds welkom 🙂


Gewoonten en het gedrag van de hond

Hij zit altijd op mijn lievelingsplaats.  Uiteraard wil de hond graag op uw bank of bed liggen. Niet alleen is hij op dat moment op gelijke hoogte met u, maar de bank en het bed zijn precies de plekken, waar uw geur domineert. Hij heeft tegelijkertijd de kans om zijn geur over die van u af te zetten. Staat u de hond toe op de bank, de stoel of het bed te liggen of te zitten, zorgt u er dan steeds voor, dat bij deze rangordeverhogende activiteiten van de hond het initiatief altijd bij u als de roedelleider blijft.
De hond mag dan alleen op de bank of het bed op uw opdracht en hij moet er ook op uw opdracht weer af te sturen zijn.
Maar dan ook niet eerder dan wanneer u zegt dat hij er af moet ! U zorgt er natuurlijk voor, dat u in deze situaties zelf altijd – letterlijk – met uw hoofd hoger blijft dan uw hond ! Zo zorgt u er als echte Alfa (roedelleider) voor het uitdagend op de bank springen in uw eigen voordeel te gebruiken”.

In de ogen van uw hond meldt u hem regelmatig waar u bent, wanneer u hem vaak roept. Dat stelt hem gerust, hij kan dus onbezorgd zijn gang gaan, zonder bang te hoeven zijn u kwijt te raken. Dat u hem roept omdat hij moet komen, begrijpt hij niet.
Eenmaal roepen moet genoeg zijn. Wanneer de hond dan niet reageert, loop dan weg. Dan zoekt hij u en niet omgekeerd!

Nooit aaien zonder te vragen. Gemoedelijke reuzen zien eruit alsof ze geen vlieg kwaad zouden doen. Maar schijn bedriegt vaak. Iedere hond heeft zijn persoonlijke ervaringen met mensen. Wanneer hij geleerd heeft dat grote mannen met een baard ‘vals’ zijn, kleine speelse kinderen ‘vermoeidend’ of vrouwen met een hoed ‘bedreigend’, dan zal hij misschien bijten. Leer vooral kinderen dat ze nooit op een hond moeten afrennen om hem te aaien, zonder dat de eigenaar het groene licht gegeven heeft. Trouwens, een slechte ervaring kan alleen slijten door veel goede ervaringen. Zorg voor een ‘happy-end’.

In de ogen van uw hond is bedelen bij de tafel een moeizame, maar lonende zaak. Hij moet gewoon lang genoeg zeuren, blaffen, klieren of op een andere manier aandacht trekken, vroeg of laat lukt het en deelt de mens zijn ‘buit’ met hem. Het vervelen en zeuren schijnt er bij te horen en dat neemt hij dus maar voor lief. Dat hij het toch het langste uithoudt, weet hij al snel. Wanneer u niet wilt dat uw hond bedelt, laat u dan door niets vertederen. Zonodig sluit u de hond even op.

Wanneer twee honden samen aan het jagen zijn, is er geen enkele rivaliteit tussen hen. Zonder zich op elkaar af te stemmen verdelen ze het “werk”. De prooi, ook al is het maar een bal, heeft weinig kans bij een aanval door zo’n minimeute. Pas wanneer de “vijand” veroverd is, ontwaakt de concurrentie weer. Dan willen ze namelijk allebei het beste deel ervan. Trouwens, bij het samen stropen laten honden zich direct door een ander ophitsen. Bij het verdelen wordt het spel bittere ernst.

In een roedel honden voedt de vader de jongen op. Zo leren pups dat “de man” in het gezin de baas is. Daarom hoeven mannen zich vaak nauwelijks in te spannen om een pup te laten gehoorzamen, terwijl van vrouwen wat meer vasthoudendheid ge?st wordt. heeft de hond echter eenmaal een mens als baas geaccepteerd, dan maakt het geen verschil meer of het een man of een vrouw is.
Het is normaal dat de machtsstrijd tussen hond en mens af en toe oplaait. Laat u er niet onder krijgen!

In de auto krijgen heel veel honden het op hun zenuwen, maar er zijn er ook die het zo leuk vinden dat ze in iedere auto die open staat gaan zitten. Uiteraard kunt u de eerste soort niet meenemen op een lange autotocht. De liefhebber kunt u gerust meenemen op een lange reis met de auto, maar let er op dat het niet te warm voor hem wordt.

Aan het strand zijn honden niet geliefd, wanneer het om een strand gaat waar gezwommen wordt. Vaak zijn er wel afgelegen stukken strand waar geen mensen zwemmen, die uw hond de gelegenheid voor een verfrissend bad geven. Maar ook gebeurt het geregeld dat de gemeente waarin het zwemwater ligt, een verbod voor honden uitvaardigt. Daar moet u goed op letten, want juist in het zwemseizoen zijn er geregeld controles op pad en die geven forse boetes wanneer u betrapt wordt.

Kerstkoorts bij mensen is ook besmettelijk voor honden. Hun gewone dagritme wordt onderbroken. Ze begrijpen het gezin niet meer dat in hun ogen totaal is veranderd en reageren al naar gelang hun temperament met onhebbelijkheden zoals langdurig blaffen of vernielingen, of met ‘depressies’, die zich uiten in apathie of zelfs ziekteverschijnselen. Gun uzelf en uw hond af en toe rust in de weken voor de feestdagen, door lange rustige wandelingen te maken.

Ook kleine honden hebben veel beweging nodig! Honden zijn loopdieren, ook al zijn er rassen waarvan je dat niet zou zeggen, bijvoorbeeld de Mopsen. Maar ook die bewegen graag, misschien wel liever dan de bijbehorende baas. Wanneer een hond het niet leuk vindt om te gaan wandelen, is hij ziek of te dik en daarom traag. Natuurlijk kunnen sommige kleine honden niet echt snel lopen. Voor joggers en fietsers zijn grotere rassen geschikter. U doet hen zeker geen plezier door hen op te tillen en te dragen!
Kleine Terri?s en Westies zijn uitstekende lopers en hebben veel uithoudingsvermogen als ze geregeld buiten komen.

Geef een kind geen eigen hond voor het twaalf jaar oud is, omdat het anders de verantwoording nog niet aankan. Ook op deze leeftijd moet u zich afvragen of uw kind eraan toe is en het nodige geduld kan opbrengen om een hond dagelijks te verzorgen, uit te laten, met hem te spelen, hem eten te geven en te kammen. Buiten dat moet u ook bereid zijn deze taken over te nemen wanneer uw kind, ondanks alle goede voornemens, het dier verwaarloost. Ook kan het gebeuren dat de hond bij u blijft hangen, wanneer uw kind na een paar jaar het huis uit gaat en de hond niet wil of kan meenemen.

De hondenneus ruikt beter naarmate het geurmembraan groter en de lucht vochtiger is. Daarom houden veel honden hun neus in de wind, want daardoor wordt hun reukvermogen groter. Nieuwe dingen in huis worden eerst besnuffeld en vervolgens ingedeeld in “eetbaar”, “gevaarlijk” of “onbelangrijk”. Plantengeuren zijn voor de meeste honden niet opwindend, maar de geur van potaarde verleidt hen er vaak toe om erin te graven.

De buik is het gevoeligste lichaamsdeel van de hond. De huid is nauwelijks behaard en daardoor kwetsbaar. Als een hond aan een soortgenoot, een ander dier of een mens zijn buik ‘presenteert’, geeft hij daarmee blijk van groot vertrouwen of onderworpenheid. Bij andere honden werkt dit deemoedgebaar remmend op het bijten. Een gevecht is bijna altijd beëindigd als één van beide kemphanen op zijn rug gaat liggen. Probeer nooit een vreemde hond op zijn buik te krabbelen. Hij zou het als een uitdaging opvatten en zich verdedigen.

In het bos moet u uw hond aan de lijn houden, anders krijgt u problemen met de boswachter. In een bos dat omheind is, leeft meestal veel wild. Het is daarom onverstandig daar uw hond los te laten. Voor joggers zijn de lange schaduwrijke paden ideaal. Wanneer uw hond braaf naast u blijft lopen, kunt u hem aan een lange rollijn meenemen. Wanneer u wilde zwijnen tegenkomt, kunt u beter snel weggaan. Ze kunnen jongen hebben en dus gevaarlijk zijn.

De zwaarste test voor een hond is om een spoor te volgen ondanks aantrekkelijke afleidingen. De minst ‘omkoopbare’ van alle rassen is hierbij de Duitse Herdershond gebleken.

In de ogen van uw hond spreekt u opeens ‘Chinees’ als u hem voor vreemden de kunstjes wil laten doen, die hij bij u thuis zo enthousiast uitvoert. In het bijzijn van anderen verandert u namelijk van lichaamshouding, mimiek, spreektempo en intonatie. Uw hond merkt dat veel scherper op dan wij mensen. Hij weet werkelijk niet wat u van hem wil. Hoe meer u opgewonden of kwaad wordt, des te minder kan uw hond u volgen. Wen uzelf aan om bij commando’s ook een beweging met de hand te maken. Dat is duidelijker voor de hond.

Een grote hond kan een enorme kracht ontwikkelen wanneer hij wordt uitgedaagd of als hij zijn grenzen verkent. Wie hem tot een trouwe metgezel wil opvoeden, moet niet alleen lichamelijk tegen hem zijn opgewassen, maar ook consequent zijn, wilskracht tonen en een goede kennis van honden hebben. De meeste fouten worden gemaakt door mensen die hun dieren onder- en zichzelf overschatten.
Laat een klein kind niet met een grote hond aan de lijn wandelen. Hieraan zijn altijd risico’s verbonden.

Schoolkinderen worden door het hebben van een huisdier verstandiger. Dat was de uitkomst van een onderzoek van prof. Guttmann van het instituut voor psychologie van de universiteit van Wenen. Scholieren met honden en/of andere huisdieren bleken intelligenter te zijn en een beter contact te hebben met hun medescholieren dan kinderen zonder huisdier. In Amerika worden honden gebruikt om autistische kinderen contact te laten maken met de buitenwereld. Met succes.

Janken en jammeren daar vraagt u om, wanneer u bij uw hond medelijden laat blijken. Wanneer er iets normaals gebeurt, bijvoorbeeld wanneer de hond lange tijd alleen moet blijven, in bad moet of buiten een winkel moet wachten, zeg dan nooit:”Ach, arme Tanja!” Reageer juist heel rustig en nuchter wanneer hij laat merken dat hij iets niet leuk vindt. U kunt nog beter boos worden dan laten merken dat u het zielig vindt. Omdat het heel moeilijk is om aangeleerd gejammer weer af te leren, moet u ervoor zorgen dat ook uw gezin hier op let.

Angst voor honden komt ook bij honden voor. Pups die al met acht weken bij hun moeder en broertjes en zusjes worden weggehaald, hebben veel contact met andere honden nodig en moeten zoveel mogelijk met soortgenootjes spelen. Als zulke kleine pups alleen nog maar mensen zien, leren ze niet om met soortgenoten om te gaan. Tegenover andere honden gedragen ze zich vals en ze zullen zeker een keer gebeten worden. het gevolg is angst voor soortgenoten. Een pup van twaalf weken went even gemakkelijk aan mensen als een jongere pup.

Iedere hond moet een paar uur alleen kunnen blijven, zonder te janken of dingen in huis te vernielen. Om het alleen zijn minder erg te maken, kunt u het weggaan en terugkomen met iets aangenaams combineren. Bij het weggaan moet u hem in geen geval troosten of laten merken dat u het zielig vindt. Geef hem iets lekkers en ga weg. Bij het thuiskomen begroet u hem enthousiast en geeft u weer wat lekkers. Oefen eerst met korte tijden. Beloon goed gedrag en negeer slecht gedrag. Dat is de beste manier om een hond op te voeden.

Alleen en eenzaam zijn, zijn voor honden twee hel verschillende dingen. Wanneer een hond het achtergelaten worden als een taak ervaart, bijvoorbeeld omdat hij het huis moet bewaken, dan kan hij heel rustig urenlang wachten. Denkt hij daarentegen dat hij in de steek gelaten wordt, dan zal hij luid om gezelschap roepen, proberen met u mee te gaan of uit louter frustratie de boel gaan slopen.
Wanneer u weggaat, zeg dan gewoon en kort gedag. Een medelijdend ‘Dag, arme lieverd’ bevestigt zijn verlatingsangst.

In de ogen van uw hond gooi je al zijn kennis overhoop als je hem na een verkeerd uitgevoerd commando uitfoetert. Als hij bijvoorbeeld komt hoewel je ‘zit’ hebt gezegd, concludeert hij na uw tirade dat hij nooit mag komen, en zal hij ook het commando ‘kom’ niet meer uitvoeren. Bij verkeerd uitgevoerde opdrachten herhaal je je commando na een kort ‘nee’, net zolang tot hij begrijpt wat je wil. Afkeuring en straf zijn bij honden enkel zinvol als ze iets hebben gedaan wat NOOIT mag, bijvoorbeeld je schoenen verscheuren…

Het ras alleen zegt helemaal niets. Ga er nooit simpelweg vanuit dat alle grote witte honden vriendelijk zijn en dat alle Rottweilers of Dobermanns voorzichtig benaderd moeten worden. Iedere hond is een individu, zijn karakter hangt voor het grootste deel af van de omstandigheden bij het fokken en van zijn opvoeding. Let bij een ontmoeting met een grote hond niet in de eerste plaats op het ras, maar op zijn lichaamshouding, de mimiek en de stand van de oren. Daaraan kunt u beter zien of hij tegenover u vriendelijke of vijandige bedoelingen heeft. Met de hondentaal zouden alle mensen, en vooral kinderen, zich vertrouwd moeten maken.

Eén van de oerinstincten van onze huishond is zijn eten tot elke prijs verdedigen. Alleen degene die in de roedel boven hem geplaatst is, mag het wegnemen. Wanneer een vreemde grote hond iets van u heeft gestolen, probeer dan in geen geval het terug te pakken. Laat de eigenaar van de hond ingrijpen. Sta er bij uw eigen hond op dat hij het goed vindt dat u zijn eten bij hem weghaalt. Dat bevestigt uw autoriteit.

Hij stoort me steeds wanneer ik gasten heb. Het succes geeft iedere rustverstoorder gelijk: hij begint nog maar net met blaffen en janken of aandacht trekken door te springen, speelgoed aan te slepen of te bedelen, en ja hoor, hij krijgt weer alle aandacht. Provoceer hem met een feest, waar hij, wat hij ook doet om aandacht te trekken, van niemand ook maar enige aandacht krijgt. Dat werkt hem op de zenuwen, maar het werkt, want ook de wildste hond krijgt er genoeg van wanneer hij geen aandacht meer krijgt.
Geef hem pas aandacht als hij een tijd lang rustig is geweest. Drie van zulke hondenfeesten zijn gegarandeerd genoeg.

Mijn hond steelt van de tafel. Het is de aard van elke hond om alles wat eetbar is en binnen zijn bereik ligt zo snel mogelijk naar binnen te schrokken. Als hij op heterdaad betrapt en direct wordt gestraft, zullen zulke rooftochten hem snel tegen gaan staan. Wen hem bovendien aan regelmaat bij uw maaltijden. Eet steeds op dezelfde plaats, op dezelfde tijden, begin de maaltijd met een vaste spreuk (“Eet smakelijk!”) en geef hem onder het eten nooit lekker hapjes.

In de ogen van uw hond ben je goed ‘opgevoed’ als je je bij het wandelen aanpast aan zijn tempo en route. Hij loopt (en trekt) voorop – je volgt en wacht braaf wanneer hij iets te snuffelen ontdekt heeft. Wees dus niet verbaasd als hij zich niets aantrekt van uw roepen of uw tempo – bijvoorbeeld bij gladheid of als je een praatje wil maken. Verander bij het buitenlaten regelmatig plotseling van richting. Zo leert je hond zich op u te concentreren en te volgen.

In de ogen van uw hond wordt zijn angst voor een auto bevestigd, wanneer u probeert hem op zijn gemak te stellen, wand daar zult u wel een reden voor hebben. Dus wordt hij hysterisch, wat een lichamelijke reactie (spugen, hijgen, misselijk) kan geven.Wanneer uw hond bang is in de auto, leid hem dan af en negeer zijn angst, dat helpt op den duur. 

Imponeergedrag oefenen jonge honden op andere pups of andere huisdieren of mensen. Daaronder valt bijvoorbeeld het speelse ‘boven-de-snuit-bijten’, waarbij nooit echt doorgebeten wordt, en het neerdrukken van de speelkameraad: daarbij drukt de pup een lichaamsdeel van de “tegenstander” met de snuit tegen de grond.De melktanden van honden zijn erg scherp. Bij het spelen kunt u hem beter een sok dan uw hand als prooi laten gebruiken. 

“Speel met mij” vraagt een hond als hij voorpoten en buik tegen de grond legt en daarbij zijn achterste in de lucht steekt. Als ‘versterking’ van hun spelgeblaf slaan veel rassen bovendien wild met hun staart heen en weer. Bij jonge wolven verdwijnt dit spelgedrag na hun tweede levensjaar. Bij honden blijft het tot op hoge leeftijd. Een hond in speelstemming is bijzonder ontvankelijk voor nieuwe trucjes. Van zo’n gelegenheid kunt u gebruik maken.

Mijn hond laat zich niet kammen. Als een hond zich verzet tegen kam en borstel, leen dan een ‘collega’ die van deze behandeling geniet. Hij zal deze ruwe maar hartelijke strelingen niet aan een rivaal gunnen, en wil ze dan zelf ondergaan. Als het de eerste keer niet lukt, dan de volgende keer wel. Aai de hond terwijl u hem borstelt, dan zal uw hond al snel gaan uitkijken naar deze tijd die u aan hem alleen besteedt.

In de ogen van uw hond bent u de verliezer wanneer u na een stoeipartij om een stok, een blaf of een pantoffel de ‘buit’ uiteindelijk aan hem overlaat. In het vervolg ziet hij het als zijn recht om dingen die hij wil hebben van u af te pakken. In geval van nood zelfs met geweld.
Zorg dat u iedere stoeipartij met een sterke hond ‘wint’. Zo zorgt u ervoor dat u wordt gerespecteerd.


De hond leeft van oudsher in nauwe samenhang met de mens

 Hij is voor velen onder ons een zeer gewaardeerd lid van het huisgezin. Zoals ook wij beschermen moeten worden tegen besmettelijke ziekten, in dit eveneens noodzakelijk voor de hond niet gevaccineerde honden lopen het risico op ernstige infectieziekten die levensbedreigend zijn. Door een eenvoudige vaccinatie kan u uw hond optimaal beschermen.

Wat is een Vaccinatie?

Een vaccinatie zorgt voor de opbouw van een bescherming (via antistoffen en afweercellen)

tegenover een bepaalde ziektewekker. De volgende maal dat uw hond met deze ziektekiem in contact komt zal hij / zij tegen deze aandoening beschermd worden

Vaccinatie van de pup

Pasgeboren pups krijgen de eerste dagen via de moedermelk afweerstoffen mee. Deze antistoffen bieden een tijdelijke bescherming (enkele weken). Na het spenen dalen deze afweerstoffen echter snel zodat de pup weer gevoelig voor ziekte wordt. Vaccinatie op dat moment zorgt voor een stimulatie van het afweersysteem en een goede bescherming. Een basisvaccinatie bij de pup bestaat meestal uit twee tot drie vaccinaties (met een tussen periode van enkele weken) Uw dierenarts zal met u een vaccinatieschema opstellen afhankelijk van de leeftijd van de pup en de regio of  leefomgeving. Frequent gebeurt de eerste enting reeds bij de fokker. Vraag daarom steeds naar het vaccinatieboekje en informeer bij uw dierenarts wanneer de volgende vaccinatie dient plaats te vinden

Vaccinatie van de volwassen hond

Een jaarlijkse hervaccinatie of booster is wel degelijk nodig bij de oudere hond. Het niveau van de bescherming daalt immers in functie van de tijd. Het afweersysteem dient op regelmatige tijdstippen terug gestimuleerd te worden. Daarom dienen de meeste vaccins jaarlijks herhaald te worden. Een tweede reden is dat bij de hervaccinatie of booster, uw dierenarts tevens de gezondheid van uw hond kan evalueren.

Overzicht van de voornaamste hondenziekte waartegen u kan vaccineren

Hondenziekten – ziekte van carr?

Een virus – nauw verwant aan het mazelenvirus bij de mens – veroorzaakt deze ziekte. De voornaamste symptomen zijn: neusvloei, oogvloei, hoest, zenuwsymptomen, soms ook braken en diarree. Deze ziekte kan leiden tot blijvende invaliditeit of sterfte.

Parvovirose – kattenziekte

Een erg besmettelijke en in vele gevallen een dodelijke ziekte, die vooral gevreesd is bij pups. Parvovirose geeft aanleiding tot hevig braken, bloederige ernstige diarree en uitdroging.

Leptospirose – rattenziekten

Leptospirose is een bacterie aandoening die ook kan overgaan op de mens. De besmettingsbron is de bruine rat die voorkomt in beekjes en grachten. Hoofdzakelijk worden nieren en de lever aangetast en de ziekte gaat met hoge koorts gepaard.

Besmettelijke hepatitis

Ernstige leveraandoening die gekenmerkt wordt door zeer hoge koorts, bleek tandvlees, braken, buikpijn en in vele gevallen geelzucht.

Kennelhoest – infectieuze tracheobronchitis

Ademhalingsziekte met aantasting van de luchtpijp en de bronchen. Veroorzaakt een typische droge hoest. Deze vaccinatie wordt frequent verplicht bij hondenshows of plaatsing in een pension of kennel.

Hondsdolheid – rabiës

Het is de meest gevreesde hondenziekte, met bijna steeds een dodelijke afloop. Ook voor de mens is razernij dodelijk. Rabiës veroorzaakt een aantasting van de hersenen met gedragswijzigingen als gevolg (agressie). Ten zuiden van Samber en Maas is de vaccinatie tegen rabiës verplicht. Voor buitenlandse reizen is een rabiës certificaat verplicht. Vergeet niet indien je naar het buitenland wil reizen met je hond, dat een vaccinatie tegen hondsdolheid altijd 14 dagen op voorhand dient gegeven te worden. Er zijn 2 soorten vaccinaties, 1 die geldig is voor één jaar en 1 die geldig is voor meerdere jaren. Uit ervaring ondersteunen dierenartsen de jaarlijkse vaccinatie omdat deze veel beter door de hond word aanvaard (bijwerkingen).

Tips

Een ontworming voor het vaccineren is aan te raden.

Voor een optimale bescherming is een jaarlijkse vaccinatie noodzakelijk.

Wees kalm en rustig bij een dierenartsbezoek: uw hond zal minder zenuwachtig zijn.

Bij hervaccinatie: laat tevens de algemene gezondheidstoestand van uw hond controleren.

VERGEET uw vaccinatieboekje niet !